Starshoe Breda
Hardloopschoenen
Hardlopen is een sport, waarbij de sporter steeds even los van de grond komt en weer op een been landt. Die landing gaat gepaard met krachten, gelijk aan 4 a 5 maal het lichaamsgewicht (!).
Nu is de voet en de rest van het been zo gebouwd, dat dergelijke schokken blootsvoets op een natuurlijke ondergrond (gras, bos, zand) prima opgevangen kunnen worden.
Maar naarmate het hardlopen meer en meer op harde ondergrond werd beoefend, bleken steeds meer hardlopers geblesseerd te raken door een gebrek aan demping. Daarom is ongeveer 25 jaar geleden de hardloopschoen voorzien van een dempende tussenzool. Die dempende zool had een hogere hak, om nog te kunnen blijven afwikkelen. Daarmee verminderde inderdaad het aantal demping rerelateerde hardloopblessures.
Er kwam echter een ander probleem voor in de plaats. Vanwege de zachte tussenzool, zakten sommigen te ver in de tussenzool weg, met als gevolg weer een heel scala aan andere blessures.
Daarom ontwikkelde men de hardloopschoen verder: hardere schoenen voor zwaardere lopers, en diverse soorten stabiliteits- en antipronatieschoenen, om het naar buiten (supineren) of naar binnen zakken (proneren) van de voet onder controle te houden.
Tegenwoordig is de diversiteit enorm, en is het alleen maar lastiger geworden om tot een juiste keuze te komen. De soorten tussenzool materialen zijn toegenomen: van heel dempend tot heel veerkrachtig. Het gewicht is afgenomen, er zijn schoenen met duidelijk dikkere zolen, maar ook met juist dunnere zolen. Dan zijn er ook de bekende “carbon” wedstrijdschoenen bijgekomen. Dat zijn schoenen met een extreem veerkrachtige tussenzool, waarin voor de stevigheid een carbon-plaat is verwerkt, en vooral bedoeld voor de snellere wedstrijdloper.
De afwikkeling
Op de foto’s hierboven zie je achtereenvolgens een blote voet die neutraal afwikkelt, een voet die teveel naar binnen zakt (overproneert), een schoen waar neutraal op gelopen wordt en een schoen die bij het belasten teveel naar binnen zakt.
Het zal duidelijk zijn dat overpronerende voet een schoen met extra stabiliteit nodig heeft om de pronatiebeweging onder controle te houden. Die zogenaamde antipronatieschoenen waren vaak herkenbaar aan een aan de binnenzijde van de zool geplaatst harder materiaal, dat meestal zichtbaar gemaakt werd met een andere kleur. Alleen blijkt in de praktijk dat niet alle schoenen met een dergelijk blok ook daadwerkelijk écht stabiele schoenen zijn. Zie foto 4. Deze foto toont aan de binnenkant van de zool een grijze versteviging. Toch is duidelijk te zien dat er sprake is van een vergrote knikstand naar binnen (=overpronatie). De schoen heeft dan wel de uiterlijke kenmerken van een antipronatieschoen, maar is dit in de praktijk niet. Indien de overpronerende loper deze schoen aan zou schaffen dan is de kans groot dat er na korte tijd een blessure ontstaat aan voetzool, achillespees, scheenbeen of knie.
De bouwwijze van de modernere schoen is zo aangepast, dat er lang niet altijd meer een verharding in de zool zit om de stabiliteit te vergroten. Hoewel dat vaak afdoende is, kan de verharding soms toch nog noodzakelijk blijken. We benadrukken hierbij nog eens, dat proneren zelf een normale (schokdempende) beweging is, maar dat het ongewenst is, dat de schoen die pronatie beweging versterkt.
schoen zónder antipronatieblok | |
schoen mét (grijs) antipronatieblok |
Schoenen, die geen hardheidsverschil bezitten, worden vaak neutrale schoenen genoemd, maar dat is een wat misleidende term. Je kun namelijk blootvoets een keurig looppatroon hebben, en op een instabiele of te zachte schoen kan het zomaar zijn, dat je in de schoen wegzakt, en je afwikkeling behoorlijk verslechtert. De schoen acteert in zo’n geval dus zeker niet neutraal.
Aan de andere kant kan een schoen zonder hardheidsverschil ook heel stabiel zijn. Dat is puur afhankelijk van de eigenschappen van het tussenzoolmateriaal, én hoe de schoen verder in elkaar gezet is. Kijk zeker even onder de kop fabeltjes en misverstanden voor meer info.
Testen
Om te voorkomen dat je sportschoenen blessures veroorzaken, is het dus belangrijk om uit het totale aanbod van loopschoenen middels een onderzoek & test de juiste loopschoen te selecteren. Bij het testen wordt er gebruik gemaakt van een testbaan en niet van een lopende band. Bij lopen op de lopende band ontstaat in veel gevallen een afwijkend looppatroon. Onbekendheid met het lopen op een lopende band, en het aangedreven worden met een snelheid die niet de eigen snelheid is werken dat in de hand. Bovendien plaatsen de meeste sporters hun voeten anders op een lopende band, meestal op de voorvoet. Daardoor worden afwijkingen, zoals sommige vormen van overpronatie, die vanuit de achtervoet ontstaan, niet zichtbaar.
Moderne technieken maken het tegenwoordig mogelijk, om wat soepelere zolen onder schoenen te zetten. De hoogte van de schoen kan daardoor onder de hiel wat lager zijn, en er kan nog steeds goed afgewikkeld worden. Lage en tegelijkertijd stugge schoenen zullen de afwikkeling echter alleen maar hinderen.
Ook is er nog de variatie in hoogteverschil tussen voorvoet en hiel, vaak “heel-drop” genoemd. Dat maakt het voor de loper/loopster nog moeilijker een juiste keuze te maken. Er zijn schoenen met 0 mm drop, en er zijn er met 13 mm. Daarnaast kan ook nog eens de héle zool dikker of minder dik zijn. Al die varianten zijn niet per se slechter of beter, maar kunnen voor individuele lopers onderling grote verschillen uitmaken.