Starshoe Breda

logo150

Hardloopschoenen

Hardlopen is een sport, waarbij de sporter steeds even los van de grond komt en weer op een been landt. Die landing gaat gepaard met krachten, gelijk aan 4 a 5 maal het lichaamsgewicht (!).

Nu is de voet en de rest van het been zo gebouwd, dat dergelijke schokken blootsvoets op een natuurlijke ondergrond (gras, bos, zand) prima opgevangen kunnen worden.

Maar naarmate het hardlopen meer en meer op harde ondergrond werd beoefend, bleken steeds meer hardlopers geblesseerd te raken door een gebrek aan demping. Daarom is ongeveer 25 jaar geleden de hardloopschoen voorzien van een dempende tussenzool. Die dempende zool had een hogere hak, om nog te kunnen blijven afwikkelen. Daarmee verminderde inderdaad het aantal demping rerelateerde hardloopblessures.

Er kwam echter een ander probleem voor in de plaats. Vanwege de zachte tussenzool, zakten sommigen te ver in de tussenzool weg, met als gevolg weer een heel scala aan andere blessures.

Daarom ontwikkelde men de hardloopschoen verder. Zo bestaan er nu hardere schoenen voor zwaardere lopers, en diverse soorten stabiliteits- en antipronatieschoenen, om het naar buiten (supineren) of naar binnen zakken (proneren) van de voet onder controle te houden.

De afwikkeling

 blvoetneutr   blvoetoverpron loopschneutr loopschoverpron

Op de foto’s hierboven zie je achtereenvolgens een blote voet die neutraal afwikkelt, een voet die teveel naar binnen zakt (overproneert), een schoen waar neutraal op gelopen wordt en een schoen die bij het belasten teveel naar binnen zakt.

Het zal duidelijk zijn dat de neutrale voet een neutrale schoen nodig heeft en de overpronerende voet een schoen met extra stabiliteit. Zo houdt de schoen de pronatiebeweging onder controle. Dergelijke schoenen zijn vaak herkenbaar aan een aan de binnenzijde van de zool geplaatst harder materiaal, dat meestal zichtbaar gemaakt wordt met een andere kleur. Alleen blijkt in de praktijk dat niet alle schoenen met een dergelijk blok ook daadwerkelijk antipronatie schoenen zijn. Zie foto 4. Deze foto toont aan de binnenkant van de zool een grijze versteviging. Toch is duidelijk te zien dat er sprake is van een vergrote knikstand naar binnen (=overpronatie).  De schoen heeft dan wel de uiterlijke kenmerken van een antipronatieschoen, maar is dit in de praktijk niet. Indien de overpronerende loper deze schoen aan zou schaffen dan is de kans groot dat er na korte tijd een blessure ontstaat aan voetzool, achillespees, scheenbeen of knie. We benadrukken hierbij nog eens, dat proneren zelf een normale (schokdempende) beweging is, maar dat de tussenzool die beweging kan versterken. En dát kan dan weer problemen van allerlei aard veroorzaken.

neutrale schoen   schoen zónder antipronatieblok
 antipronatie schoen mét (grijs) antipronatieblok

Testen

Om te voorkomen dat je sportschoenen blessures veroorzaken, is het dus belangrijk om uit het totale aanbod van loopschoenen middels een onderzoek & test de juiste loopschoen te selecteren. Bij het testen wordt er gebruik gemaakt van een testbaan en niet van een lopende band. Bij lopen op de lopende band ontstaat in veel gevallen een afwijkend looppatroon. Onbekendheid met het lopen op een lopende band, en het aangedreven worden met een snelheid die niet de eigen snelheid is werken dat in de hand. Bovendien plaatsen de meeste sporters hun voeten anders op een lopende band, meestal op de voorvoet. Daardoor worden afwijkingen, zoals sommige vormen van overpronatie, die vanuit de achtervoet ontstaan, niet zichtbaar.

Moderne technieken maken het tegenwoordig mogelijk, om wat soepelere zolen onder schoenen te zetten. De hoogte van de schoen kan daardoor onder de hiel wat lager zijn, en er kan nog steeds goed afgewikkeld worden. Lage en tegelijkertijd stugge schoenen zullen de afwikkeling echter alleen maar hinderen.

Ook is er nog de variatie in hoogteverschil tussen voorvoet en hiel, vaak “heel-drop” genoemd. Dat maakt het voor de loper/loopster nog moeilijker een juiste keuze te maken. Er zijn schoenen met 0 mm drop, en er zijn er met 13 mm. Daarnaast kan ook nog eens de héle zool dikker of minder dik zijn. Al die varianten zijn niet per se slechter of beter, maar kunnen voor individuele lopers onderling grote verschillen uitmaken.

Share